Begin december hadden de kinderen een lang weekend vrij en zijn we een paar dagen naar Matalascañas in het natuurgebied La Doñana gegaan. Hier wilden we al een tijd naartoe omdat het een heel speciaal gebied is met wetlands en heel veel vogelsoorten.
Algemene informatie natuurpark La Doñana
Doñana is een nationaal park van 50.720 hectare op drie uur rijden bij ons vandaan. Het ligt aan de Atlantische oceaan, aan de monding van de Guadalquivir.
Het bestaat voor een groot gedeelte uit wetland en je vindt er meer dan driehonderd soorten vogels, water en land vogels uit Europa en Afrika. De flamingo leeft hier ook. Veel trekvogels
rusten hier uit op hun trek naar het noorden of zuiden. Andere vogels die hier voorkomen zijn: verschillende soorten reigers, Steltkluut, Witwangstern, Kornzaadhoen en gieren.
Ook leven er veel zoogdieren, waaronder wilde zwijnen, herten, otters en zelfs Iberische lynxen.
Doñana ligt in het zuidwesten van het Iberische schiereiland in de provincies Huelva, Sevilla en Cadiz.
Sinds 1969 is het park door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed.
Er zijn geen wegen en er wonen haast geen mensen in het natuurgebied.
Ons verblijf
Wij hebben in de vier dagen dat wij er waren heel veel gefietst. We zaten vlak aan de kust waar we over de boulevard konden fietsen en waar ook stukken van het park toegankelijk waren met de fiets.
Mooi was het daar, met alle dennenbomen. En het rook er zo lekker door alle kruiden die er groeien.
Ook hebben wij gewandeld door het park, hier kun je voor naar één van de vijf
bezoekerscentra. Vanuit hier gaan verschillende uitgezette wandelroutes, dit om de natuur zo weinig mogelijk te storen. Langs één van de wandelpaden die wij volgden stonden observatiehutten. Helaas was het dat wij er waren extreem droog voor de tijd van het jaar. Waar normaal de hutten dus uitkijken op wetland was het nu allemaal droog. Er waren dus geen watervogels te zien, ook de flamingo’s waren er niet. Heel jammer!
De duinen van la Doñana vonden wij ook heel gaaf. In het mulle zand konden we allemaal sporen ontdekken. En af en toe kwamen we een groepje herten tegen.
Het stadje Rocio
De laatste dag zijn wij op weg naar huis gestopt in el Rocio. We hadden meteen spijt dat we daar niet ook een nachtje geslapen hadden.
El Rocio is net een western dorp. Er zijn geen verharde wegen en overal zie je palen waar je je paard aan kan parkeren. Bij het restaurant waar we wat gingen eten hadden ze buiten op het terras een aantal hoge tafels staan. Toen we eenmaal zaten te lunchen zagen we waarvoor. Zodat je te paard een drankje en een tapaatje mee kan nuttigen.
Elk jaar op 26 juni heb je het zogenaamde “la saca de las yeguas”,dan halen ze duizenden half wilde paarden die het hele jaar vrij rondlopen naar het dorp. Hier worden ze gebrandmerkt, een aantal worden er verkocht. Daarna gaan ze weer terug het park in. Dit is een gigantisch evenement wat ik graag eens mee zou willen maken.
Wij hebben ’s ochtends in El Rocio een paarden rit gemaakt. Heel mooi door het natuurgebied op een echt cowboyzadel. De paarden waren heel mak dus ook te doen als beginner.
Wij hebben gereden bij Rutas Ecuestres Doñana. Zij hebben geen website, ik heb ze gebeld en daarna via whats app contact met ze gehad.
Comments